In de Afro-Asiatische talen (naast Semitisch ook Egyptisch en Berbers) kennen ze de vrouwelijke suffix -t (en als prefix t- in het Berbers). Via -at is dit in het Arabisch en Hebreeuws -ah en soms zelfs -a geworden. Een grappig toeval.
Maar het wordt nog toevalliger; de Semitische -t wordt in bepaalde gevallen ook gebruikt om abstracte concepten uit te drukken. En wat blijkt? Het Indo-Europees kende waarschijnlijk ook een vrouwelijk -tis einde, dat werd gebruikt om abstracte concepten uit te drukken, vooral op basis van werkwoorden. Via Oergermaans -þiz en Westgermaans -þi werd dit ook een '-t', zoals in 'list' en 'gift', en een -d in 'arbeid' en 'daad', waarbij je bij 'gift' en 'daad' nog de bronnen 'geven' en 'doen' kunt zien (op 'arbeid' na zijn dit ook nog steeds vrouwelijke woorden). Zie ook -tio in het Latijn, en -ć in bijvoorbeeld het Pools.
Ik denk wel dat dit nog steeds allemaal toeval is; Indo-Europees drukt vrouwelijke woorden ook uit middels vrouwelijke achtervoegsels (wij kennen nog steeds -ing en -heid). Ook zie ik niet hoe de Indo-Europese steppe-volkeren al voor 3000 BCE contact heeft kunnen hebben met de Afro-Aziatische talen (of later de Semitische). Maar het is is wel interessant.
Mooie toevoeging, dank! Ja, het lijkt mij ook toeval. Hoewel er in de diepe prehistorie natuurlijk veel contact en evolutie is geweest die we onmogelijk in kaart kunnen brengen.
sick van het Anatolisch. bezieling klinkt net anders dan de individuatiehiërarchie die ik alleen maar ken. zijn die bezielingsuitgangen flexibel of echt woordgeslachtachtig lexicaal? en is bezieling dan een ander idee van de voorloper van geslacht, of gewoon een eerder stadium van de individuatiehiërarchie?
Ik spreek niet per se alle Slavische talen (ernstig understatement), maar volgens mij is het wel zo dat in zowel Oost-, West- als Zuid-Slavische talen de meeste vrouwelijke woorden eindigen op -a (in de nominatief). Mannelijke woorden eindigen in de regel op een medeklinker (oftewel -∅ als je fancy wil doen) en onzijdige woorden op -o of -e. Vijf minuutjes zoeken op wiktionary leverde niet een duidelijk patroon op. Wat denk jij, toeval?
Er valt altijd wat te leren, ik dank u weer daarvoor.
In de Afro-Asiatische talen (naast Semitisch ook Egyptisch en Berbers) kennen ze de vrouwelijke suffix -t (en als prefix t- in het Berbers). Via -at is dit in het Arabisch en Hebreeuws -ah en soms zelfs -a geworden. Een grappig toeval.
Maar het wordt nog toevalliger; de Semitische -t wordt in bepaalde gevallen ook gebruikt om abstracte concepten uit te drukken. En wat blijkt? Het Indo-Europees kende waarschijnlijk ook een vrouwelijk -tis einde, dat werd gebruikt om abstracte concepten uit te drukken, vooral op basis van werkwoorden. Via Oergermaans -þiz en Westgermaans -þi werd dit ook een '-t', zoals in 'list' en 'gift', en een -d in 'arbeid' en 'daad', waarbij je bij 'gift' en 'daad' nog de bronnen 'geven' en 'doen' kunt zien (op 'arbeid' na zijn dit ook nog steeds vrouwelijke woorden). Zie ook -tio in het Latijn, en -ć in bijvoorbeeld het Pools.
Ik denk wel dat dit nog steeds allemaal toeval is; Indo-Europees drukt vrouwelijke woorden ook uit middels vrouwelijke achtervoegsels (wij kennen nog steeds -ing en -heid). Ook zie ik niet hoe de Indo-Europese steppe-volkeren al voor 3000 BCE contact heeft kunnen hebben met de Afro-Aziatische talen (of later de Semitische). Maar het is is wel interessant.
Mooie toevoeging, dank! Ja, het lijkt mij ook toeval. Hoewel er in de diepe prehistorie natuurlijk veel contact en evolutie is geweest die we onmogelijk in kaart kunnen brengen.
sick van het Anatolisch. bezieling klinkt net anders dan de individuatiehiërarchie die ik alleen maar ken. zijn die bezielingsuitgangen flexibel of echt woordgeslachtachtig lexicaal? en is bezieling dan een ander idee van de voorloper van geslacht, of gewoon een eerder stadium van de individuatiehiërarchie?
ouleh
Ik spreek niet per se alle Slavische talen (ernstig understatement), maar volgens mij is het wel zo dat in zowel Oost-, West- als Zuid-Slavische talen de meeste vrouwelijke woorden eindigen op -a (in de nominatief). Mannelijke woorden eindigen in de regel op een medeklinker (oftewel -∅ als je fancy wil doen) en onzijdige woorden op -o of -e. Vijf minuutjes zoeken op wiktionary leverde niet een duidelijk patroon op. Wat denk jij, toeval?