Dit stukje verschijnt in de aanstaande editie van Hard Gras die je alsnog moet kopen omdat er zoals altijd nog veel andere goede stukken in staan.
De kans dat het Nederlands elftal bij verschijnen van deze Hard Gras nog meedoet aan het EK 2024 is niet zo groot. Toch moeten we het over Oranje hebben. Althans: over het woord oranje.
Dat zijn eigenlijk twee woorden in één. Het eerste is Oranje met een hoofdletter – zoals bekend de Nederlandse vertaling van het Franse Orange, het prinsdom dat onze Vader des Vaderlands Willem van Oranje op zijn elfde erfde.
Het tweede woord is interessanter. Dat is oranje met een kleine letter, de kleur die het Nederlands elftal draagt omdat die hetzelfde klinkt als de Nederlandse vertaling van dat Franse prinsdom.
Dat oranje met een kleine letter komt uit India. Alleen was het daar nog geen kleur, maar een stuk fruit. Via het Perzisch en vervolgens het Arabisch kwam de naranj in de middeleeuwen in Europa terecht.
In Europa ging men de naam van dit fruit gebruiken om ook de kleur van dit fruit mee aan te duiden. Zo kreeg het woord een dubbele betekenis, die in bijvoorbeeld het Engels nog altijd bestaat: orange is zowel het fruit als de kleur.
(Het Nederlands heeft die dubbele betekenis ook een tijdlang gehad – totdat we het fruit sinaasappel gingen noemen. Appel uit China.)
Niet alleen de betekenis van het woord naranj is in Europa veranderd – ook de vorm moest eraan geloven. Ga maar na: Arabisch naranj tegenover Frans orange, Engels orange, Nederlands oranje. Inderdaad: de n aan het begin is verdwenen.
Het verdwijnen van die n is het gevolg van een grootschalig misverstand. Dat zit zo: in veel West-Europese talen eindigt het onbepaald lidwoord op de letter n. Nederlands een, Duits ein, Frans un(e).
In het dagelijks taalgebruik volgt er op een onbepaald lidwoord altijd een zelfstandig naamwoord. Als dat zelfstandig naamwoord met een n begint, zoals naranj, dan kan er verwarring ontstaan. In het Frans werd het begin van narange geïnterpreteerd als het einde van une. Zo veranderde narange in orange.
Een vergelijkbaar voorbeeld is het Nederlandse woord adder. De naam van de enige gifslang die in Nederland voorkomt is door eenzelfde misverstand ontstaan. Een echte taalpurist spreekt dus van een naddertje onder het gras. En hij vertelt ons dat Noranje morgen de finale speelt.
Aron Groot
Naranj = naranja! Daar hoefden de Spanjaarden nog maar weinig aan te doen. :)
Ik heb er weer van geboten, dank daarvoor.