De narcis en de hyacint hebben met elkaar gemeen dat ze bloemen zijn. Bloemen die op moment van schrijven (eind maart) bovendien allebei in bloei staan. Maar ze delen nog een andere eigenschap. ‘Narcis’ en ‘hyacint’ zijn allebei woorden die wél Grieks, maar níét Indo-Europees van oorsprong zijn.
Opvallend, want het Grieks is wel degelijk een Indo-Europese taal.
Dat zit als volgt. Rond het jaar 3000 voor Christus trokken verschillende Indo-Europese stammen vanuit de steppe naar Europa. Deze verschillende stammen spraken verschillende dialecten van het Proto-Indo-Europees. Die verschillende dialecten zouden zich later ontwikkelen tot onder andere de Romaanse, Germaanse, Slavische, Keltische en Griekse talen.
Maar onze taalkundige voorouders waren niet de eerste mensen in Europa. En de Grieken waren dus ook niet de eerste mensen in Griekenland. Net als elders in Europa werd de inheemse bevolking ofwel uitgemoord ofwel geassimileerd, of waarschijnlijker: een beetje van beide. Duidelijk is in elk geval dat het niet lang duurde voordat heel Griekenland Grieks sprak – als gezegd een Indo-Europese taal.
Maar de vóór-Griekse, vóór-Indo-Europese taal van de inheemse bevolking heeft wel degelijk een behoorlijke invloed gehad op het Grieks. Deze mysterieuze taal is uiteraard nooit op schrift gesteld, maar we kunnen ’m als het ware uit het geschreven Grieks destilleren. Een taal in een taal.
Dat brengt ons terug bij de ὑάκινθος (hyákinthos) en de νάρκισσος (nárkissos), woorden die de Grieken duidelijk ontleend hebben aan die vóór-Griekse taal. In het geval van de narcis is het de klankcombinatie -ισσ- (-iss-) die de voor-Griekse oorsprong verraadt. Deze klankcombinatie zien we namelijk níét in alledaagsere woorden die het Grieks van het Proto-Indo-Europees heeft geërfd, maar wél in bijvoorbeeld de plaatsnaam Λάρισσα (Lárissa). Net als ‘narcis’ een woord waarvan je je goed kunt voorstellen dat de Grieken het van de inheemse bevolking hebben overgenomen.
Ook bij de ὑάκινθος (hyákinthos) laten we de typisch Griekse en Indo-Europese uitgang -ος (-os) buiten beschouwing. Dan krijgen we zicht op de typisch vóór-Griekse klankcombinatie -ινθ- (-inth-). Die zien we terug in bijvoorbeeld Κόρινθος, de stad Korinthe, maar ook in zogeheten cultuurwoorden als λαβύρινθος (labýrinthos) en ἀσάμινθος (asáminthos), respectievelijk een ‘groot gebouw met veel gangen’ en een ‘bad’. Beide concepten hebben de Grieken blijkbaar pas in Griekenland leren kennen.
Nog iets wat de Grieken pas in Griekenland hebben leren kennen: baksteen. Het Griekse woord daarvoor is πλίνθος (plínthos), duidelijk voor-Grieks van oorsprong. Het Latijn ontleende dit woord trouwens als plinthus en maakte er qua betekenis iets specifiekers van: de stenen sokkel waarop een standbeeld stond. In het Frans werd dat vervolgens plinthe, een houten strook langs de onderkant van een wand. En daar hebben wij ons Nederlandse plint vandaan.
Aron Groot
geen voor-Germaanse voorbeelden. is Gevleugelde Woorden officieel tegen het pre-PIE germaans substraat?
Mogen we een keer weten wat dat Türks is en hoe dat dan werkt want ik geloof eerlijk gezegd nooit dat dat íets met al die andere PIE-joekels te maken heeft.