De Romaanse talen zijn duidelijk aan elkaar verwant. Het woord voor ‘voet’ is in het Frans pied, in het Spaans pie en in het Italiaans piede. Al deze woorden gaan terug op het Latijnse pedem – de accusativus van het woord pes.
Minstens zo duidelijk is de verwantschap tussen de Germaanse talen. Nederlands: voet. Engels: foot. Duits: Fuß. Noors: fot. Deze woorden gaan terug op de Proto-Germaanse stam *fōt-.
Maar nu komt het: zowel het Latijnse pedem als het Proto-Germaanse *fōt- gaan weer terug op het Proto-Indo-Europese *pṓds. Uiteindelijk zijn voet en pied dus één en hetzelfde woord.
En dit voorbeeld staat niet op zichzelf. Het Proto-Germaans verandert een Proto-Indo-Europese p wel vaker in een f (die in het Nederlands vervolgens een v wordt), terwijl het Latijn die p gewoon behoudt. Deze verschuiving is onderdeel van een serie typisch Germaanse klankwetten die we Grimm’s Law noemen. Naar de ontdekker Jacob Grimm (1785–1863), beter bekend van de Germaanse sprookjes die hij samen met zijn broer verzamelde. En als je van Grimm’s Law op de hoogte bent, ga je het ineens overal zien: pater tegenover vader, porcus tegenover varken, piscis tegenover vis.
Onderdeel van diezelfde Grimm’s Law is de verschuiving van een Proto-Indo-Europese k naar een h in het Proto-Germaans. En dan zie je ineens dat bijvoorbeeld het Franse coeur (Latijn: cor, accusativus cordem) niets anders is dan het Nederlandse hart. Ook het Oudgrieks, een andere vertakking van het Proto-Indo-Europees, behoudt de k in het woord voor hart. Daar is het namelijk καρδία (kardía), waar wij ons woord ‘cardiologie’ dan weer vandaan halen. Nog leuker: cannabis tegenover hennep.
Het Oudgrieks doet logischerwijs ook niet mee aan de Germaanse verschuiving van p naar f. Zo heeft het Griekse πολύς (polús), dat wij tegenwoordig kennen van bijvoorbeeld polyamorie, uiteindelijk dezelfde oorsprong als het Nederlandse veel.
Deze twee verschuivingen (p > f & k > h) kunnen ook allebei in één woord voorkomen. Dat is wat er gebeurt met het woord voor ‘vee’ in het Proto-Indo-Europees: *péḱu. In het Proto-Germaans wordt dat *fehu. In het Nederlands verdwijnt die h tussen twee klinkers helemaal en wordt het dus vee. Maar het Latijn maakt er pecunia van, oftewel: geld. Het idee is dat in vroeger tijden vee gelijkstond aan vermogen. Die ambiguïteit zien we ook terug in het Engels, waar *fehu zich ontwikkeld heeft tot het hedendaagse fee, een tarief.
Aron Groot
Ik wist niet dat Grimm zijn Grimm's Law in het Engels schreef.